Dertiende, achtentwintigste en drieëndertigste: absoluut niet de uitslag die we voor ogen hadden toen we afzakten naar het wereldkampioenschap in Zolder. Door valpartijen en rugpijn – in combinatie met sterke tegenstanders – zat er voor onze jongens echter niet meer in.
Mitch Groot, die hoopte op het podium, was de eerste van onze drie die zijn ambities mocht opbergen. Hij werd al in de eerste ronde onderuit gereden door een overmoedige concurrent, kreeg tijdens die valpartij een stuur in het oog (gelukkig zonder veel erg, zo leek achteraf) en speelde enkele spaken kwijt, en moest na zijn wissel in de materiaalpost aan een hopeloze achtervolging beginnen die hem – ondanks een nieuwe val in de slotronde – toch nog naar de dertiende plek leidde. “Heel erg balen”, vloekte onze Nederlander. “Hier had veel meer ingezeten.”
Balen deed ook Florian Vermeersch, die door rugpijn zichzelf niet was en pas als 33ste finishte. “Mijn rug deed ongelooflijk veel pijn. Dat haalde veel krachten weg”, pufte onze Belgische eerstejaars, die mag hopen op een herkansing volgend jaar. Die herkansing krijgt Thijs Wolsink niet meer bij de juniores. Thijs, vorig jaar nog goed voor top vijf in Tabor, was een tijd in strijd voor top-10 maar kwam uiteindelijk balend als een stekker als 28ste aan: “Toen Mitch viel, ging ik over hem. Nadien wou ik te snel terugkeren en daardoor maakte ik veel foutjes”, baalde Thijs, die in de finale niet meer de motivatie vond om nog te vechten voor top-20.
(Foto Photopress.be)